61 Ter ere van de vriendschap

Dat het gevoel van vriendschap in de Oudheid doorging voor het hoogste gevoel, hoger zelfs dan de zo­zeer geroemde trots van de zelfgenoegzame en wijze, ja, als het ware voor zijn enige en nog heiliger zuster: dat wordt zeer goed uitge­drukt door het verhaal van de Macedonische koning die een wereldverachtende filosoof uit Athene een talent ten geschenke gaf en dit van hem terug ontving. 'Hoezo?' sprak de koning. 'Heeft hij dan geen vriend?' Hiermee wilde hij zeggen: 'Ik respecteer deze trots van de wijze en onafhankelijke man, maar ik zou zijn menselijkheid nog hoger respecteren wanneer de vriend in hem de overwinning op zijn trots behaald had. Voor mij heeft de filosoof zich verlaagd door te laten blijken dat hij een van de beide hoogste gevoelens niet kent, -en wel het hoogste van beide!'